Met slow speed sync kun je mysterieuze foto's maken waarop een fee door de opname glijdt.
Wie gaat voor mysterieus, zou toch echt eens serieus foto’s moeten proberen maken met slow sync flash of slow speed sync. Beide termen worden voor hetzelfde gebruikt. Het effect lijkt op wat je je kunt voorstellen wanneer je in dromerige toestand een fee door het bos ziet bewegen.
De lange belichtingstijden doen het
Door te kiezen voor een langere belichtingstijd ontstaan er door bewegende onderwerpen op een foto strepen. Je ziet dat goed in de eerste foto hiernaast. Maar als je tegelijkertijd, bijvoorbeeld meteen in het begin of juist aan het einde van de sluitertijd, een flitser gebruikt, dan wordt het onderwerp op dat moment ‘bevroren’ of ‘vastgezet’ tijdens de opname. Dat zie je op de tweede foto.
Natuurlijk zal de omgeving, die vaak ‘stilstaand’ is, bij dergelijke opnames ook stil blijven staan. Door de camera tijdens het maken van de opname te pannen (horizontaal te bewegen), ontstaan ook in de achtergrond bewegingsstrepen. Als de achtergrond maar ver genoeg weg is, dan zal de flitser wel het bewegende onderwerp bevriezen, maar niet de achtergrond. En dat geeft een extra bijzonder effect!
De instellingen
Dit soort opnames maak je door de camera eerst in de M-stand te zetten. Natuurlijk zou dit ook vanuit de S-stand kunnen, maar de M-stand biedt je tevens de mogelijkheid ook nog met het diafragma te experimenteren voor het gewenste effect.
Hoe dichterbij het bewegende onderwerp is, neem als voorbeeld deze voorbij dansende dame op de foto, hoe sneller de sluitertijd moet zijn. Hetzelfde geldt ook voor de snelheid waarmee deze dame zich zou bewegen. Is ze erg snel in haar bewegingen, dan neem je een kortere sluitertijd. Ik heb zelf goede ervaringen met 1/60 voor auto’s die voorbij rijden, maar waar ik niet heel dicht bij sta. Een sluitertijd van maximaal 1/30 kon ik gebruiken om vrienden, die aan een hardloopwedstrijd mee deden, te kunnen fotograferen op deze manier. Ze liepen namelijk rakelings langs me. Voor deze foto's hiernaast is echter gewerkt met sluitertijden van maar liefst rond de halve seconde.
En de flitser?
Het echte 'fee-effect' krijg je zonder flitser, maar als je tijdens de opname gaat flitsen, is een onderbelichting van ongeveer ½ EV aanbevelenswaardig. Uiteindelijk moet je het toch hebben van wat experimenteren om te merken wat het beste is in de situatie waarin je je op dat moment bevindt.
Voor een opname met een flitser haal je de flitser af van de automatische stand. Dus geen TTL of iets wat daar op lijkt. Op veel flitsers bevindt zich een schaalverdeling die aangeeft hoeveel licht je moet afvuren om de juiste belichting te krijgen op de afstand waarop je je bevindt. Deze kun je nu dus goed gebruiken, maar anders geldt ook hiervoor: gewoon experimenteren. Het is digitaal, dus het kost niets extra’s! Bepaal of je gebruik wilt maken van de front curtain sync of rear curtain sync en stel dat in. Bij rear curtain flash, zoals gebruikt om deze tweede foto, lijkt het model uit de beweging te komen, wat vaak de beste keuze zal blijken te zijn.
Laat de dame maar dansen. Pan de camera met haar mee als er een leuke afwisselde achtergrond is en maak foto’s. Kijk steeds of het effect bereikt wordt wat je wenst. Misschien moet je de sluitertijd aanpassen of iets met het diafragma doen. Misschien moet je sneller of juist langzamer pannen. Maar uiteindelijk zal een van deze foto’s lukken en is je dansende model veranderd in een heuse fee!
