Weinig Licht Opnames

Het is niet nodig om de camera in zijn tas te laten zitten omdat het donker is geworden. Ook ’s avonds en ‘s nachts zijn er prachtige opnames te maken. Deze discipline kent natuurlijk zijn eigen karakteristieken, maar iedereen kan dit leren!

Laat de flitser thuis

Wanneer je ’s avonds een foto zou willen maken van een weg die een stad in loopt, neem dan een statief mee en laat je flitser thuis. Tijdens nachtfotografie maak je gebruik van langere belichtingstijden en de statief moet je helpen voorkomen dat je onnodige beweging op je foto te zien krijgt. Een flitser heeft geen functie bij de traditionele nachtfoto’s. De afstand is domweg te groot om een flitser nuttig te laten zijn.

Het is het beste om nachtfoto’s te maken met behulp van de M-stand. Hoe goed je alles ook door zult meten met geavanceerde belichtingsmeters, nachtfotografie is de discipline waarin je met trial and error in praktijk het beste resultaat zult boeken. En daar waar je echt lange belichtingstijden nodig hebt, zoals minuten, dan zul je waarschijnlijk toch gebruik willen gaan maken van de zogenaamde bulb mode, waarover later meer. Deze bulb mode is alleen te activeren vanuit de M-stand of met handmatig ingestelde waarden.

Gebruik niet de extended ISO waarde

Tijdens de cursus nachtfotografie vraag ik voorafgaande aan de uitleg hoe men denkt dat waardes als de sluitertijd, het diafragma en de ISO waarden het beste ingesteld zouden kunnen worden. Vrijwel altijd komt er iemand met het idee op de proppen om de ISO waarde omhoog te zetten, soms zelfs om de extended ISO waarden te gaan gebruiken.

De camera staat op een statief, dus je hoeft niet bang te zijn dat er beweging in de opname terecht komt. Schakel de ISO waarde dus maar rustig terug naar de laagste waarde die hij aangeeft, waarschijnlijk 100 of 200. Je kunt hierdoor ook je belichtingstijd verlengen, wat je meer mogelijkheden geeft tijdens het experimenteren met lichtsporen die ontstaan wanneer er bijvoorbeeld een auto voorbij rijdt.

De extended ISO waarden zijn waarden die zich bevinden boven de normale ISO waarden. De Nikon D7000 bijvoorbeeld, gaat ‘standaard’ tot ISO 6400, maar zijn extended range reikt wel tot ISO 25600. Enorm dus, maar levert je vaak wel meer ruis op en je raakt detail kwijt. Dat is iets wat je wil voorkomen.

Let op heldere lampen

Bij het meten van de hoeveelheid licht, moet je rekening houden met eventuele heldere lampen in de scene. Als je niet in de M-stand fotografeert, maar bijvoorbeeld in de P-stand, dan zul je zien dat je in dat soort gevallen niet zelden een onderbelichte foto krijgt. Gebruik dan de belichtingscompensatie en verhoog de belichting met +1EV of +2EV. Vergeet niet dat als je in de M-stand werkt, dit ook te doen omdat je daar immers tegen dezelfde “belichtingsmeterfout” op zult lopen, tenzij je gebruik maakt van een meer geavanceerdere belichtingsmeter.

Verschillende kleurtemperaturen

Vaak heb je met nachtfotografie te maken met verschillende lichttemperaturen. Auto’s met halogeen produceren een heel ander licht dan de lagedruk (oranje) natriumlampen boven het wegdek. Kortom, de juiste witbalans instelling is niet te bepalen. Schiet daarom je nachtfoto’s altijd in RAW. Je kunt dan experimenteren door achteraf een andere witbalans in te stellen.

Camera specifieke zaken

Wellicht zijn er nog enkele camera specifieke zaken die je zou kunnen gebruiken. Als Nikon gebruiker kan ik bijvoorbeeld gebruik maken van de MUP mode. Deze 'Mirror Up Mode' stelt me in staat om de spiegel van de SLR al naar boven te trekken voordat de foto gemaakt wordt. Omdat ook de spiegelbeweging beweging van de camera kan veroorzaken, wordt dat hiermee uitgesloten. Met de Long Exposure Noise Reduction (het doet wat het zegt), kan ik met mijn camera de willekeurige lichte pixels laten verwijderen, als deze ontstaan.