Met clamshell lighting wordt het gehele portret goed verlicht en ontstaat en toegankelijke uitstraling.
Vrij vertaald betekent clamshell de schelp van een mossel. De clamshell lighting dankt zijn naam aan de vorm van een openstaande schelp.
De beide lichtbronnen worden recht voor het onderwerp boven elkaar in de lijn met de camera geplaatst. Door de spleet die door de opstelling tussen de lichtbronnen ontstaat, wordt gefotografeerd.
Door de bovenste softbox iets boven het hoofd te plaatsen en de onderste er net onder, ontstaan er minder schaduwen. De softboxen dienen daarbij gekanteld te worden. Het licht schijnt meestal in een hoek van 45 graden schuin naar beneden en boven zodat niet de hotspot, maar het licht dat uit de zijkant van de softbox komt, op het gezicht valt. Dit wordt ook wel "feathered light" genoemd.
Bij clamshell lighting worden dus twee frontale en schuin opgestelde lichtbronnen gebruikt die het onderwerp verlichten. Hierdoor worden schaduwen teruggedrongen. Door te spelen met de hoogtes van de lichtbronnen verandert het effect en ontstaan er diverse interessante mogelijkheden.
Een voordeel van het gebruik van clamshell lighting bij een portret is dat zowel de delen van het gezicht die zich dicht bij de camera bevinden als de delen die zich daar verder van weg begeven goed belicht worden en niet in de schaduw verdwijnen. Dit levert een heel open en toegankelijk portret op.
Een aantal fotografen gebruikt clamshell lighting 90 graden gekanteld. Dat wil zeggen dat ze de twee lichtbronnen horizontaal naast elkaar plaatsen in plaats van onder elkaar. Ook hier worden de lichtbronnen een klein beetje naar elkaar toe gekanteld zodat de open schelpvorm ontstaat.
Vanzelfsprekend is het mogelijk om een van de twee softboxen te vervangen door een reflector. Bij twee softboxen is het echter wel mogelijk om beide exact evenveel licht af te laten geven. Met een reflector kan dat natuurlijk nooit lukken.