We kijken naar de ogen en lippen om iemand beter te kunnen begrijpen. Bij het poseren zijn dit dan ook belangrijke elementen die kunnen bijdragen aan een betere foto.
De ogen
Ogen zijn belangrijke beeldelementen wanneer mensen worden gefotografeerd. We “lezen” iemands bedoelingen immers voornamelijk af aan diens ogen. Als iemand met vrolijke ogen iets naars over ons zegt, zal het wel als geintje bedoeld zijn. Kijkt iemand streng uit de ogen maar zegt hij iets vriendelijks, dan zal het wel cynisch opgevat moeten worden.
Niet vreemd dus dat wanneer we naar een foto kijken, we de gedachten van de persoon op de foto proberen te achterhalen door diens ogen te bekijken.
Het kan daarom niet voldoende worden benadrukt dat de uitdrukking van de ogen een foto kunnen maken of breken. In reclamefoto’s kun je zien dat de ogen van het fotomodel vrijwel nooit op de camera worden gericht. Logisch, zul je misschien denken, de aandacht van de kijker moet immers op het product of op het logo worden gericht, niet op het fotomodel. En als het model in de camera zou kijken, worden we zowat automatisch naar haar geleid, in plaats van naar het product.
In het portfolio van een fotomodel wil je juist wel dat het model regelmatig recht in de camera kijkt omdat het model zelf het “product” van de foto is. Als het fotomodel in de camera kijkt dan wordt daarmee een poging ondernomen de kijker het model recht aan te laten kijken. Hierdoor ontstaat een confrontatie tussen het model en de kijker. Als fotomodel moet je daarvoor tijdens het fotograferen de camera als een persoon kunnen zien. Soms moet je daarmee ruzie kunnen maken, op andere momenten juist mee kunnen flirten.
De vierde wand
De camera beschouwen als een persoon waar je een interactie mee aangaat kun je vergelijken met het acteren in een film. Soms zie je in een film dat de hoofdrolspeler tegen iemand spreekt, maar in werkelijkheid sprak de acteur tegen de camera om een directe link met de kijker voor elkaar te kunnen krijgen. Het lijkt daardoor alsof de acteur tegen jou praat. Op dezelfde manier werkt een fotomodel soms met een fotocamera.
Wanneer je je in een ruimte bevindt, zijn er vier wanden om je heen. Een fotomodel staat echter altijd in een ruimte met drie wanden. De backdrop achter haar en de twee kanten aan weerszijden. Tegenover haar staat de fotograaf. Er is dus geen echte ‘vierde wand’, de echte vierde wand bevindt zich immers op de lijn waar de fotograaf op staat.
Het fotomodel roept suggesties op door deze denkbeeldige wand op de lijn met de fotograaf te plaatsen. Het is deze wand waartegen, waar doorheen en waarmee ze moet zien te spelen (zie afb 1).
De camera die zich op de lijn van deze vierde wand bevindt, moet als entiteit worden gezien waar tegen gespeeld wordt. En dat is een vaardigheid op zich. Soms is de camera een persoon waar je ruzie mee hebt, maar soms wordt de camera als entiteit ook opgelost en stelt de vierde wand een landschap voor waar je op uit kijkt. Als de entiteit wel aanwezig is dan kan het een mens zijn waar je van houdt of iemand waar je afscheid van moet nemen. Het kan een dier zijn of een huis, een boot in de verte of zelfs een grote groep mensen. De vierde wand en de entiteit van de camera herbergen alles wat niet op de foto te zien is, maar wat daar wel invloed op uitoefent.
Er boven
Wanneer een fotograaf zegt dat je in de camera moet kijken, dan kun je vaak het beste net iets boven of naast de lens kijken (zie afb 2A). De camera bevindt zich immers vaak net iets onder de hoogte van het gezicht waar je normaal gesproken tegen zou praten. En als je ogen zich niet precies recht naar de camera richten, komt de schittering van de ogen en de weerkaatsing van het licht meestal wat beter uit.
Stel je ogen scherp op de hoogte van de camera als je daarmee een interactie aangaat. Dit is dan immers jouw tegenspeler. In andere gevallen moet je juist ‘door de camera heen’ kijken, bijvoorbeeld als je de suggestie wilt wekken dat je uitkijkt over een stuk zee. Dit geeft het gevoel dat je door de kijker heen kijkt. Sommige modellen kijken hiervoor als trucje naar de schouder van de fotograaf (zie afb 2B).
Het kijken in de camera zoals in afb 2A geeft een direct en soms zelfs confronterend effect. Voor de kijker lijkt het of je hem aankijkt, recht in de ogen. Naar een punt buiten de camera kijken (zoals in afb 2B) verzacht de foto en geeft een zweem van afwezigheid of dromerigheid weer.
Als je lang in de camera moet kijken, kan het effect optreden dat je spontaan door de camera heen gaat kijken. Je ogen stellen dan niet meer scherp op de hoogte van de camera. Probeer je voor te blijven stellen dat je met een echt mens van doen hebt, en niet met een camera. Dat helpt om een echte ‘kijk-connectie’ met de camera op te bouwen. Een andere reden kan zijn dat je je wat geremd voelt door gêne. Zet je daar overheen want dan verbeteren de resultaten meestal zienderogen!
Wat nog wel eens helpt, is dat het fotomodel even ergens anders heen kijkt, en dan weer naar de lens van de camera. Het kan ook helpen als de fotograaf beschrijft naar wie het model kijkt of in welke situatie. Ook beginnende fotomodellen blijken zich vaak goed in een fantasie in te kunnen leven als ze zich wat meer vertrouwd beginnen te voelen. Hierdoor kunnen ze hun taak veel beter uitvoeren.
Oogopslag en -richting
Gesloten of neergeslagen ogen kunnen net zo’n groot effect hebben op de sfeer van een foto als open ogen, maar worden doorgaans afgeraden. Onderschat het effect hiervan echter niet en experimenteer hiermee om er een goed gevoel voor te ontwikkelen (zie afb 3).
Vaak is het minder mooi wanneer de ogen zo ver in hun kassen weg worden gedraaid dat daardoor het oogwit aan een van de zijden naast de iris geheel verdwenen is (zie afb 4A). Dit kun je voorkomen door altijd recht uit je ogen te kijken, al is je hoofd gedraaid. De ogen kunnen dus het beste de richting van de neus volgen (zie afb 4B).
Vochtige ogen worden overigens geassocieerd met een gezond, jong en een gelukkig mens. Knipper daarom af en toe even met je ogen vlak voordat de opname wordt gemaakt of houd je ogen daarvoor even dicht. Dit kan dit effect aanzienlijk vergroten, zeker als je van nature wat drogere ogen hebt.
Ongelijke ogen
Bij veel mensen zijn de ogen niet gelijk. Het ene oog is dan wat groter dan het andere. Bij Full Face foto’s valt dat het meeste op. Word je daarentegen in een 3Q pose gefotografeerd, dan kun je dit eenvoudig oplossen door het grootste oog het meest ver van de camera verwijderd te houden. Je hebt dan meteen een voorkeurshouding voor jezelf gevonden!
De lippen
Omdat we met de mond spreken kijken we vaak naar de mond om iemand beter te kunnen “verstaan”. Ook op foto’s wordt daarom vaak automatisch naar de lippen en de mond gekeken. Een aantal bekende fotografen meent wel dat de lippen de tweede plaats innemen (na de ogen) daar waar het gaat om het belang van de afzonderlijke beeldelementen. Let daarom goed op wat je met je lippen doet.
Uitbundig lachen wordt door veel mensen als leuk en vrolijk, maar niet als erg flatterend beschouwd (zie afb 5A). Het is daarom beter te glimlachen en met de ogen te lachen, dan met de mond als je er op je mooist of elegant uit wilt zien (zie afb 5B).
Gebruik je donkere lipstick, besef dan dat het gebruik van een enkele donkere sterk dekkende kleur kan leiden tot een stripfiguurachtig uiterlijk op de uiteindelijke foto. Er komt hierdoor soms maar weinig gradatie terug in de lippen (zie afb 6A). De lichtere kleur wordt daarom eerst over de gehele lippen aangebracht, eventueel gevolgd door een donkerdere kleur aan de buitenkant. Daarmee voorkom je dit probleem (zie afb 6B).
Veel fotografen zien graag dat het fotomodel haar mond een klein stukje opent zoals in afb 7B of 7C zodat een klein deel van de tanden zichtbaar wordt. Je mond en lippen lijken hierdoor namelijk groter. Wil je dit bereiken, open je mond dan slechts zo ver dat je de lucht, als je die inademt, over je onderlip voelt stromen.
Om je repertoire op dit gebied te vergroten, is het een goede tip om je als fotomodel aan te leren dat je woorden uitspreekt zonder dat je daarbij geluid maakt. Een glimlachende mond kun je bijvoorbeeld goed tevoorschijn toveren door “cheese” te zeggen (zie afb 7B). Na het uitspreken van “mot” of de letter S krijg je de kleine opening van afb 7C en met “wie” trek je een verbaasde mond zoals je met “hoe” een kussende mond (afb 7D) vormt die niet overdreven oogt. Oefen zelf met deze woorden en zoek naar meer woorden die je helpen om je mond in de juiste stand te krijgen als ondersteuning voor het tonen van verschillende emoties en uitdrukkingen.