Adjustment Layers

Met een Adjustment Layer (aanpassingslaag) wijzig je een afbeelding in Photoshop zonder dat het origineel wordt aangepast. Voor fotografen zijn Adjustment Layers de belangrijkste functies in Photoshop om foto’s mee te bewerken.

Wat is het eigenlijk?

Een afbeelding is voor Photoshop niets anders als een set gegevens (data). Photoshop vindt gegevens over de kleur en bijvoorbeeld de helderheid per pixel in een bestand van een foto terug.

Adjustment Layers richten zich op een bepaald deel van de data in een afbeeldingsbestand en stellen de gebruiker in staat dit deel van de data aan te passen. 

Een voorbeeld hiervan is Curves. Dit is een van de meest gebruikte Adjustment Layers waarmee je de helderheid van de pixels heel gecontroleerd kunt wijzigen. 

Aanpassing over aanpassing

Het is vaak belangrijk om uit te kunnen proberen welk effect een bepaalde aanpassing op een afbeelding heeft. Misschien moet het effect iets sterker, of toch iets minder sterk worden doorgevoerd.

Maar iedere keer als je een aanpassing doorvoert op een afbeelding, verlies je kwaliteit van het beeld. Het wordt immers aangepast. En als je aanpassing over aanpassing uitvoert, dan wordt het resultaat daar natuurlijk niet beter door. 

Verschillende aanpassingen

Wanneer je verschillende aanpassingen wilt loslaten op een afbeelding, komt het regelmatig voor dat deze aanpassingen effect op elkaar gaan krijgen en dat je daarom de diverse aanpassingen op elkaar af moet gaan stemmen.

Stel je hebt een foto waarvan je het contrast en de kleuren wilt veranderen. Nadat je het contrast hebt aangepast, wil je aan de kleuren beginnen. Maar nadat je de kleuren hebt aangepast, en naar het eindresultaat kijkt, kom je tot de conclusie dat je het contrast toch iets minder sterk wilt veranderen. Ook hier geldt dat, doordat je aanpassing over aanpassing uitvoert, je kwaliteit van de afbeelding gaat verliezen.

Afb 1 is het origineel van een foto die wij van een van onze modellen hebben gemaakt. In afb 2 zie je dat wij veel aanpassingen over elkaar op afb 1 hebben uitgevoerd om een bepaald effect te laten ontstaan. Al die aanpassingen over elkaar zijn elkaar gaan tegenwerken. Het effect zoals we dat wilde krijgen en zichtbaar is in afb 3, konden we hierdoor niet meer voor elkaar krijgen.

Het zou daarom prettiger zijn om zowel de aanpassing voor het contrast als die voor de kleuren onafhankelijk van de originele foto te kunnen doorvoeren en eindeloos te kunnen aanpassen terwijl deze na wijziging op wijziging toch steeds opnieuw als slechts twee aanpassingen worden beschouwd vanaf het origineel zodat de kwaliteit zoveel mogelijk ongemoeid wordt gelaten.

Non-Destructive Editing

Met non-destructive editing (niet-destructieve bewerkingen) kun je aanpassingen op een afbeelding loslaten zonder dat de originele afbeelding wordt gewijzigd. Naast dat je, na iedere aanpassing, de aanpassingen als het ware opnieuw op het origineel uitvoert, blijf je hierdoor ook altijd in staat om naar het origineel terug te keren, mocht je dat willen.

Photoshop biedt verschillende mogelijkheden om met behulp van non-destructive editing afbeeldingen aan te passen. Adjustment layers is een van de mogelijkheden die daarvoor het meest worden gebruikt.

Wat is een Adjustment Layer?

Een Adjustment Layer is een layer (laag) boven een afbeelding waarmee bepaalde aanpassingen kunnen worden doorgevoerd op de onderliggende afbeelding. Omdat een Adjustment Layer een aparte laag is, blijft de originele afbeelding ongewijzigd. Maar hierdoor kun je ook de Adjustment Layer naar believen in- of uitschakelen en zonder problemen eindeloos blijven aanpassen.

Wanneer we een foto in Photoshop inlezen en daar een Brightness/Contrast Adjustment Layer boven plaatsen, dan kunnen we met deze Adjustment Layer de helderheid en het contrast van de foto aanpassen zonder dat we de foto zelf veranderen.

Iedere keer wanneer we iets wijzigen aan de instelling van een dergelijke Adjustment Layer, doordat we bijvoorbeeld de instelling voor het contrast opnieuw instellen, wordt de nieuwe contrastinstelling opnieuw op de originele foto toegepast. Hierdoor treedt niet het “aanpassing-over-aanpassing” effect op en blijft de beeldkwaliteit dus gehandhaafd.

Hoe schakel je een Adjustment Layer in?

Wanneer je een afbeelding in Photoshop hebt ingelezen, schakel je een Adjustment Layer in door te kiezen voor het menu Layer, New Adjustment Layer om daar vervolgens de gewenste keuze te maken of door in het venster waarin de layers worden vertoond te klikken met de rechtermuisknop op het ronde icoontje. Je kunt ook het tabje “Adjustments” activeren en daar de gewenste Adjustment Layer in selecteren.

Wanneer je een Adjustment Layer hebt toegevoegd, zul je zien dat deze meteen is voorzien van een mask (masker). Door delen in dit masker zwart te maken, zorg je er voor dat op de afbeelding daaronder op die plekken het effect van dit Adjustment Layer niet zal worden uitgevoerd. Alles onder de witte delen in het masker wordt juist wel aangepast. In afb 4 zie je hoe we op deze wijze de haren van ons model rood hebben gemaakt.

Je kunt een Adjustment Layer ook “clippen” aan een layer. Daarmee kun je er voor zorgen dat het effect van de Adjustment Layer niet wordt toegepast op alle onderliggende layers, maar alleen op de layer waar je hem aan ‘geclipt’ hebt. Het clippen van een Adjustment Layer doe je door te clicken op het icoontje dat als een vierkantje met een pijlpuntje wordt weergegeven onder in het aanpassingsvenster van de Adjustment Layer.

In afb 5B zie je hoe binnen het venster van de Brightness/Contrast Adjustment Layer de clipping knop is ingedrukt. In afb 5C wordt getoond dat er clipping plaatsvindt met Layer 2. Dus alleen dat wat op layer 2 staat, zal in dit geval door de Brightness/Contrast Adjustment Layer worden aangepast.

Soorten Adjustment Layers

Er zijn maar liefst zestien soorten Adjustment Layers. Vijf daarvan kun je als de basis Adjustment Layers beschouwen omdat je deze in het begin waarschijnlijk het meeste zult willen gebruiken. We praten dan over de Adjustment Layer voor het aanpassen van de helderheid en het contrast (Brightness/Contrast), over die voor kleuraanpassingen (Hue/Saturation), over Adjustment Layers waarmee op geheel eigen wijze de helderheid van pixels aangepast kunnen worden (Levels en Curves) en de Adjustment Layer om een foto kleurloos te maken (Black & White).

De overige tien Adjustment Layers zijn zeker niet minder het bestuderen waard, maar zul je misschien toch niet zo vaak gebruiken. Je kunt er natuurlijk wel naar hartenlust mee experimenteren omdat het werken met Adjustment Layers immers non-destructive is en je de effecten dus altijd weer zonder problemen terug kunt draaien. Dus wat let je om ze uit te proberen?

Afb 3 hebben we overigens tot stand gebracht met slechts twee Adjustment Layers. We hebben “Black & White” en “Posterize” hiervoor gebruikt zoals je ziet in afb 5A. Doordat we de aanpassingen van beide Adjustment Layers gemakkelijk konden aanpassen zonder de originele foto aan te passen, kregen we het effect zoals we dat voor ogen hadden eenvoudig en snel voor elkaar zonder kwaliteitsverlies.

Afb 1: De originele foto
Afb 2: Aanpassing over aanpassing leidt tot kwaliteitsverlies
Afb 3: Werken met Adjustment Layers is "non-destructive"
Afb 4: Het Adjustment Layer Mask zorgt voor selectieve aanpassingen
Afb 5: Door de aanpassingslaag te 'clippen' wordt alleen die layer aangepast