Stuiterende tafeltennisballetjes

Om de verschillende stadia van een stuiterend tafeltennisballetje vast te leggen, kan gebruik worden gemaakt van een stroboscopische flitser. Er komt echter wel wat bij kijken.

Tijdens het stroboscopisch flitsen vuurt een flitser tijdens het maken van een enkele opname meerdere malen achter elkaar. Hierdoor ontstaat het effect van een stroboscopisch meervoudig belichtte opname. Een ideale feature om de beweging van een snel bewegend voorwerp, zoals dat van een stuiterend tafeltennisballetje, vast te leggen.

Gebruik een statief

Om deze foto te maken, is het belangrijk de camera op een statief te plaatsen. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van een langere sluitertijd. We willen het balletje immers voldoende tijd gunnen om ook echt te kunnen stuiteren. Zou de camera niet op een statief worden geplaatst, dan zou het gehele beeld bewegen en dat wordt hiermee voorkomen.

Een beetje rekenen

De meeste stroboscopische flitsers bieden de mogelijkheid om op te geven hoe vaak de flitser moet vuren in combinatie met hoe snel dit achter elkaar moet gebeuren. Stel we willen de flitser tien keer laten flitsen om tien posities van de tennisbal vast te leggen, we kunnen dan met een frequentie van 20 flitsen per seconde (=20 Herz) gaan werken. 20 herz betekent immers, 20 keer per seconde. Gebruiken we nu een sluitertijd van 05 seconde (wat lang genoeg zal zijn voor de stuiterende beweging, dan zal zich binnen die tijd dus tien flitsen worden afgegeven. De berekening hiervan is eenvoudig:

Sluitertijd = Aantal gewenste flitsen : Frequentie van de flitsen

In dit geval krijgen we daarmee 10:20=0,5. Maar hoe stel je nu de juiste belichting in? Er zijn in principe drie potmeters om aan te kunnen draaien:

  1. Het diafragma
  2. De ISO waarde
  3. De lichtintensiteit van de flitser

Het diafragma moet je, zo vind ik, gewoon zelf willen bepalen. Dit bepaalt immers de scherptediepte en daar zou jij de baas over moeten willen zijn. Doordat flitsers die stroboscopisch kunnen flitsen je meestal ook in staat stellen om de lichtopbrengst handmatig in te stellen, kun je hier al veel mee bereiken. Het komt niet zelden voor dat we, voor dit soort foto's, werken met 1/128ste van de normale (1/1) lichtsterkte. Uiteindelijk kun je natuurlijk ook nog de ISO-waarde aanpassen als je er met de flitser alleen niet uit zou kunnen komen.

Hoewel dit alles perfect te berekenen valt met complexe formules (waarbij als parameters het aantal keer flitsen, het richtgetal, de brandpuntsafstand van de lens en het diafragma een rol spelen) duurt het vaak net zo lang om gewoon te experimenteren met de waarden, en dat is ook leuker. Natuurlijk heb je hiervoor de camera in de M-stand gezet en stel je handmatig scherp (schakel autofocus dus uit!).

Al snel zul je zien dat je leuke resultaten kunt bereiken. De moeilijkheid blijkt uiteindelijk vooral het moment van afdrukken te zijn. Daarvoor zou je natuurlijk hulpmiddelen kunnen gebruiken, zoals remote triggers. De resultaten zijn grappig en het is leuk om te doen!