Hoewel men onder landschapsfotografie ook het fotograferen van bijvoorbeeld een stad of een grote fabriek zou kunnen rekenen, is dat niet gebruikelijk. De term landschapsfotografie wordt vaker gebruikt om gefotografeerde vergezichten aan te duiden waarin de natuur en vaak de weersomstandigheden bijzondere rollen spelen.
Eenvoudig gesteld, want er zijn boeken over vol geschreven, is landschapsfotografie het vastleggen van een gebied. Dat kan dus nooit een klein detail van dat gebied zijn, het gaat altijd om grotere 'eenheden'.
Landschapsfotografie kent zijn eigen bijzonderheden. Het is bijvoorbeeld niet ongebruikelijk voor landschapsfotografen om voor dag en dauw op te staan om bij het juiste licht te wachten op de juiste stand van de wolken. Verschijnen deze wolken niet, dan verlaten ze soms de locatie om er op een ander moment weer naar toe terug te keren. Het juiste licht, zo menen zij, heb je vooral tijdens het zogenaamde gouden uurtje. Dit is het moment tijdens en meteen na de zonsopkomst.
Ook tijdens de zonsondergang of nog later worden fraaie landschapsfoto's gemaakt. Met behulp van kunstlicht (ja, die worden ook hier gebruikt!) kan men tot zeer artistieke foto's komen. Ook reflectieschermen worden soms gebruikt. De landschapsfotografie is hiermee dus veel meer dan maar even een 'grote foto nemen'.
Anders dan vaak wordt aangenomen, gebruiken landschapsfotografen niet altijd groothoeklenzen. Het heeft echter wel zijn voordelen. Deze lenzen zijn vaak namelijk erg scherp (wat bij landschapsfoto's meestal wenselijk is!) en kennen een grote scherptediepte. Daarbij kun je met een groothoeklens echt in het landschap staan, in plaats van er voor.