Blacklight fotografie

Je hebt het vast wel eens gezien: mensen beschilderd met fluorescerende verf dat op een bepaald moment in het uitgaansleven of in het theater met UV-licht zichtbaar wordt gemaakt. Maar kun je dat ook fotograferen?

Het licht

Op een dag zoals deze waarop dit artikel is gepubliceerd, worden er vaak veel feesten georganiseerd. Door de Corona maatregelen zal dat dit keer helaas minder zijn. Maar als ze weer kunnen plaatsvinden zijn dit feesten waarbij men met behulp van UV-licht dikwijls leuke effecten op de dansvloer bewerkstelligt. Maar hoe werkt dat met dat licht en die verf die hiervoor gebruikt wordt en kun je dat ook goed fotograferen?

Een camera legt licht vast en dus moeten we het niet zo zeer over de fluorescerende verf hebben, maar over het licht dat dit bijzondere effect opwekt. Hiervoor wordt UV-licht gebruikt, wat beter bekend staat als ultraviolet licht of blacklight.

En daarin schuilt meteen het probleem, want waarom heet dit licht eigenlijk blacklight? Dit komt omdat het UV-licht net buiten het zichtbare licht van de mens valt. Je kunt dit licht dus niet zien. De term ‘zwart licht’ is daarom zo gek nog niet verzonnen. Maar waarom zien we dan wel bepaalde kleuren oplichten onder UV-licht?

Wanneer het UV-licht op een UV-fluorescerende stof terecht komt, wordt het weerkaatst waarbij de energie wat wordt teruggebracht. Door deze verloren energie verandert de golflengte van het licht waardoor het net wel zichtbaar wordt. Omdat je geen licht naar het object ziet gaan maar er wel vanaf ziet komen, lijkt het object licht uit te stralen.

Het UV-licht is door de lengte van haar lichtgolven dus niet zichtbaar voor de mens en valt als onderdeel van het gewone licht niet op. Wanneer je een lamp gebruikt dat alleen UV-licht produceert, dan doop je de scene in ultraviolette licht, maar als je de rest van het licht grotendeels dooft, zie je feitelijk maar weinig. Je kunt dan namelijk alleen het UV-licht zien dat wordt teruggekaatst.

Niet alles is in staat om UV-licht goed te weerkaatsten. Het gaat hier te ver om daar dieper op in te gaan en daarom houden we het even bij dit gegeven: door de aard van de moleculen zullen sommige stoffen meer of minder van het opvallende UV-licht kunnen weerkaatsten. Daarom vallen bepaalde zaken op onder UV-licht, en andere niet.

Gebruik

Door UV-licht toe te voegen vallen bepaalde stoffen na weerkaatsing dus meer op. Met UV-licht en de daarvoor gevoelige kleurstoffen kun je daarom accenten leggen. Voor het uitgaansleven zijn hier speciale blacklight schmink en make-up producten voor op de markt gebracht. Die kunnen voor dit soort foto’s worden gebruikt.

Er zijn vloeistoffen, kleurstoffen, verf, make-up, tape, textiel, lipstick, haarlak, et cetera in de handel verkrijgbaar die zullen oplichten wanneer er met UV-licht op geschenen wordt. Hiermee kun je interessante effecten creëren. Er zijn zelfs fotografen die zich hierin gespecialiseerd hebben.

Maar je hoeft niet altijd speciale kleurstoffen toe te voegen. Neem bijvoorbeeld een model met witte lingerie aan die je fotografeert in een studio. Laat je daar extra veel UV-licht op schijnen, dan ziet de lingerie er een stuk witter uit. Hoe kan dat?

Aan witte kleding wordt tijdens de productie en het wassen met een witwas wasmiddel optische witmakers toegevoegd. Deze optische witmakers weerkaatsen UV-licht zodat de kleding witter lijkt. Belichten we ons model gekleed in de witte lingerie met extra veel UV-licht, dan zullen daardoor de optische witmakers meer UV-licht weerkaatsten en ziet de kleding er witter uit.

Risico

Voordat we verder gaan moeten we nog wel even iets kwijt over het werken met UV-licht. Je weet dat UV-licht de reden is waarom mensen bruin worden als ze in de zon liggen. Het bruinen is een teken dat het lichaam meent zich te moeten beschermen tegen dit licht. En dat is terecht! UV-licht is niet goed voor de ogen en de huid waardoor je, als je daar teveel aan wordt blootgesteld, sneller rimpels krijgt, je eerder last hebt van huidveroudering en schade aan het netvlies op kunt doen. We weten ook dat UV-licht kan bijdragen aan de ontwikkeling van huidkanker. Vandaar het negatieve advies van dermatologen om gebruik te maken van zonnebanken. Zonnebanken laten je immers baden in UV-licht.

Nu wordt er wel onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten UV-licht. UV-A-licht (of UVA) wordt als het minst schadelijk gezien voor de mens, terwijl UV-C-licht (UVC) als het meest schadelijk wordt beschouwd. Daartussen kennen we nog UV-B-licht (UVB). Je kunt je voorstellen dat bij de productie van bijvoorbeeld zonnebanken wordt geprobeerd om zoveel mogelijk van het schadelijke UV-licht tegen te houden, maar dat maakt nog niet dat het daarmee ‘veilig’ is.

Ook wanneer je fotografeert met een blacklight moet je hier rekening mee houden. De hoeveelheid UV-licht dat op een model terechtkomt is vergelijkbaar met de hoeveelheid UV-licht dat op je terecht komt wanneer je in de zon loopt. De meest schadelijke straling wordt er dan bij de duurdere lampen misschien wel uitgefilterd, maar echt gezond is het natuurlijk niet. Dus, mits je dit niet te vaak en/of te lang doet, is er niet zoveel aan de hand. Maar toch is het altijd goed om de blootstelling aan dit licht te minimaliseren en om het model in ieder geval aan te raden niet richting de lichtbron te kijken.

UV Attachment

De blootstelling aan UV-licht kun je minimaliseren door de blacklight unit uit te zetten wanneer je hem niet gebruikt. Ook kun je voor een kleine 1000 Euro bij Broncolor terecht die voor dat bedrag een zogenaamde UV Attachment aanbiedt. Dit opzetstuk is gemaakt om te worden gebruikt op gewone studiolampen zoals de Pulso flitskop of Siros.

In combinatie met het UV Attachment wordt praktisch het gehele zichtbare licht van de studiolamp geëlimineerd en houd je alleen het UV-gedeelte over. Hierdoor krijg je veel meer UV-licht dan van een normale blacklight lichtbron op het moment van afdrukken, maar ook alleen op dat moment. Hierdoor komt het model maar bijzonder kort met het sterkere UV-licht in contact. Gebruik je een normaal blacklight, dan is er minder UV-licht op het moment dat je de foto maakt, maar staat het als continue licht vaak wel tijdens de gehele shoot aan. Uiteindelijk komt er daarmee veel meer UV-licht op het model terecht dan met de Broncolor oplossing.

Moet goedkoper

Omdat verreweg de meeste fotografen niet zullen beschikken over een budget dat de Broncolor UV Attachment oplossing qua aanschaf toelaat en ze waarschijnlijk ook niet zo vaak blacklight-foto’s zullen willen maken, loont het de moeite niet om deze apparatuur aan te schaffen. Je ziet dit soort toepassingen dan ook vooral terug bij forensische fotografie of bijvoorbeeld daar waar analyses van materialen worden uitgevoerd, minder bij portretfotografen.

De vraag die dan rest is natuurlijk, kunnen we deze blacklight-foto’s maken met ‘normale huis-keuken-en-tuin-blacklights’ als we dat een keertje zouden willen doen? Het probleem is natuurlijk dat deze UV-lichtbronnen relatief weinig goed UV-licht produceren en er daardoor niet al teveel UV-licht op de foto terecht zal komen.

Een blacklight TL

Een van de modellen die we tijdens een shoot fotografeerden nam een blacklight TL ter test mee. Een lamp die je voor €15 kunt aanschaffen als aardigheidje voor een house party. Als je deze lamp aandoet komt er een zichtbaar zwak paars licht vanaf, wat al aangeeft dat het niet echt (alleen) UV-licht uitstraalt maar ook zichtbaar licht. Daarmee wilden we het even proberen.

Op haar arm tekende ze met UV-verf een geel hartje. Haar hand houdt ze relatief dichtbij de rechtopstaande TL-buis zoals in afb 1 te zien is. Een tweede flitser gebruiken we om haar arm zichtbaar te maken in onze donkere studio. En ja, we zien de verf wel wat oplichten, maar veel stelt het niet voor. Zo gaat het dus niet werken.

Over golflengtes

Hoe komt dit nu? Als we gaan kijken naar deze als blacklight verkochte TL-buis dan zien we dat deze nauwelijks echt UV-licht afgeeft. Ze geven het idee van blacklight door het violette licht dat er vandaan komt, maar feitelijk produceren ze maar weinig UV-licht. Dit heeft alles te maken met de golflengte van het licht. 

Onze ogen laten de oplichtende kleur een stuk beter zien dan de camera zodat wat de camera vastlegt niet overeenkomt met wat onze ogen zien. Wij zien daardoor wel een oplichtend hartje, maar de camera niet.

Het beste UV-licht heeft een golflengte van 365nm. Dit komt omdat een lichtbron zoals een led altijd meer golflengtes uitzendt dan alleen deze ene golflengte. In de grafiek van afb 2 zien we bij curve A dat de led van 365nm ook 300nm en boven de 400nm produceert. Het meeste bevindt zich echter rond de 365nm. Omdat alles onder de 400nm als UV-licht beschouwd mag worden en niet zichtbaar is voor de mens, is het meeste licht dus echt blacklight. De LED van 365nm produceert daarom met al zijn golflengtes het meeste UV-licht en het minste zichtbaar licht.

De goedkopere UV-lampen produceren licht van 395nm. Dat is nog steeds UV-licht natuurlijk omdat het zich onder de 400nm bevindt, maar we zien aan curve B dat een groot deel van wat deze LED produceert boven de 400nm uitkomt en daardoor niet alleen zichtbaar wordt maar ook niet meer veel van het magische UV-effect op zal leveren. Een groot deel van het licht zal violetkleuring zijn. Curve C laat de grafiek zien van de lampen die nog goedkoper zijn en 'spelen' alsof ze UV-licht produceren. Dat doen ze overigens wel een klein beetje, zoals te zien is, maar het overgrote deel van het geproduceerde licht bevindt zich boven de 400nm en mag daardoor geen UV worden genoemd. 

De gebruikte TL behoort waarschijnlijk tot deze laatste categorie en geeft wel iets UV-licht af, maar vooral licht dat zich boven de 400nm bevindt. Vandaar dat we nauwelijks tot geen oplichtend effect zien. 

Low-key photography

Blacklight photography is goed te vergelijken met low-key photography. Als je gewoon licht vanuit een flitser naast het blacklight gebruikt, neemt het effect van het oplichten immers sterk af en zul je daarom vrij donker moeten werken. Er is dus weinig licht en daar moet je rekening mee houden.

We weten vanuit de belichtingsdriehoek dat we, bij weinig licht, drie parameters hebben waar we aan kunnen draaien. Ten eerste kunnen we de sluitertijd verlengen, met als nadeel dat er bewegingsstrepen zouden kunnen gaan ontstaan. We kunnen het diafragma vergroten, waardoor we minder scherptediepte krijgen en we kunnen de ISO-waarde verhogen waardoor we meer last van ruis zouden kunnen krijgen. En natuurlijk kunnen we combinaties hiervan inzetten, waardoor gecombineerde nadelen kunnen ontstaan.

Voor blacklight-fotografie gelden dan ook dezelfde voorwaarden als voor low-key photography. Bijvoorbeeld dat de duurdere camera’s het beter aankunnen. Goedkopere camera’s hebben nog wel eens last van veel ruis wanneer hogere ISO-waarden worden gekozen, kwalitatief betere camera’s hebben daar minder last van.

Soms kiezen fotografen wel eens voor deze oplossing: om de ISO-waarde niet teveel te hoeven verhogen fotograferen ze een scene onderbelicht om de foto achteraf in Photoshop met Exposure lichter te maken. Het idee hierachter is dat ze dan niet met een hoge ISO-waarde hoeven te werken en dat hierdoor minder ruis zou ontstaan.

Toch werkt dit niet. Wanneer je dit doet zal meer ruis zichtbaar worden dan wanneer je zou hebben gefotografeerd met een hogere ISO-waarde. Niet doen dus!

Donkerder

We gaan nog even met de meegenomen TL aan de slag en brengen het normale flitslicht een stuk terug om te kunnen zien of we dat kleine beetje oplichten dan wel kunnen vastleggen. Ons model houdt haar hand nu extreem dicht bij de UV-lichtbron. Met het blote oog is het oplichtende geel van het hartje wel te zien, maar het effect is op de foto nauwelijks tot niet te ontwaren (zie afb 3).

We worden hierdoor bevestigd dat we er met deze "UV-TL" waarschijnlijk niet gaan komen. Hij produceert domweg veel te weinig UV-licht om voldoende effect te kunnen bewerkstelligen. 

ISO en zo

We verhogen daarom de ISO-waarde en gaan experimenteren met het diafragma en de sluitertijd. Op een gegeven moment maken we hiermee een opname (zie afb 4) waarop te zien is dat het geel een heel klein beetje begint op te lichten, maar echt fraai is het natuurlijk helemaal niet. Het paarse (zichtbare) violette licht van de TL-buis wordt wel goed zichtbaar. Met deze TL-buis wordt het niets.

Toch met een UV-TL

Het ligt hierbij dus niet aan het feit dat met TL-licht wordt gewerkt of aan het vermogen van de TL. Deze buis produceert gewoon te weinig UV-licht. We zien in afb 5 dat daar gebruik werd gemaakt van een UV-TL buis die wel werkt. Deze TL is van een veel betere kwaliteit dan de eerste en levert daardoor veel meer UV-licht op. De ISO-waarde voor deze foto was overigens nog steeds relatief hoog en ook de sluitertijd en diafragma moesten groot worden gekozen. We zien daarom weinig scherptediepte en het model moest redelijk lang stil blijven staan om deze foto tot stand te laten komen. Je ziet ook dat ze zich heel dichtbij de TL-buis bevond.

Maar we zien hieraan wel dat je dus dit soort foto's kunt maken, maar dan wel met een betere UV-TL en wanneer je accepteert dat je je hiermee aan de uitersten van de instellingen begeeft waardoor de mogelijkheden beperkt blijven.

Met sterkere lampen

Fotografen die vaker UV-foto's maken, gebruiken meestal meerdere UV-lampen om dit soort foto’s mee te kunnen maken. Daarbij kiezen ze voor de betere UV-lampen, TL's of leds die ook gebruikt worden in bijvoorbeeld het uitgaansleven. De kosten hiervan moet je per paneel toch al snel inschatten tussen de €150 en €250 en het is niet vreemd om met minimaal twee of meer panelen te werken.

Afb 6 is een voorbeeld van een foto die daarmee is gemaakt. We zien nog steeds het violette licht op het gezicht van het model omdat ook deze lampen meer dan alleen het onzichtbare UV-licht produceren, maar dat kun je ook als de charme van dit soort opnames beschouwen.

Het gezicht is op deze foto met verf gespikkeld, wat in afb 5 ook deels te zien is. Dit is gedaan door een tandenborstel in de UV-fluorescerende verf te dopen en de haartjes daarvan met een vinger vlakbij het gezicht om te buigen en los te laten. Het patroon dat ontstaat, wordt door blacklight fotografen wel eens “cosmic pattern” of “starfield pattern” genoemd. Het wordt vaak gebruikt omdat het een grotere oppervlakte bedekt en daarmee zichtbaar maakt maar pakt alleen goed uit met voldoende UV-licht.

De conclusie die we mogen trekken is dus, ja, je kunt zelf blacklight-foto’s maken, maar zorg dan wel voor een of meerdere wat betere UV-lichtbronnen en dat kost wel wat geld. 

Gezichtbruiners

Wat nu als je UV-licht nodig hebt om deze stijl te kunnen testen en toch geen €200 tot €400 zou willen uitgeven? In feite zou je een zonnebank moeten kunnen gebruiken als je die in huis hebt. Een zonnebank produceert immers UV-licht. Maar heel praktisch zal dit niet zijn.

Sommige mensen zijn echter in het bezit van een gezichtsbruiner. Hoewel wij dit niet geprobeerd hebben, lijkt ons dat dit apparaat misschien best een mogelijkheid zou kunnen vormen om relatief goedkoop aan veel UV-licht te komen, zeker als je op zolder nog ergens zo’n ding hebt staan.

Gezichtsbruiners zijn elektrische apparaten om het gelaat mee te bruinen. Een soort mini zonnebank dus. Daarin bevinden zich meerdere UV-lampen en zijn vaak nog verstelbaar ook. Dit gaan we nog wel een keertje proberen!

Blaschko's lijnen

Als je kunt werken met goed en voldoende UV-licht, zie je soms op de foto’s dat op het menselijke lichaam strepen zijn verschenen. Maak je geen zorgen, deze strepen zijn niet ontstaan door verkeerd UV-licht, uitschieters van make-up of onderhuidse bloedvaten of zoiets, maar ontstaan door pigment.

De lijnen van Blaschko, zoals ze genoemd worden, laten zich soms zien als strepen op de romp, ledematen en op het hoofd als je er met UV-licht op schijnt. Alfred Blaschko was een dermatoloog die deze lijnen zag en ze rond 1900 voor het eerst beschreef. Hij zag ze bij patiënten die last hadden van sommige huidziekten waardoor de lijnen ook in normaal licht zichtbaar worden.

Men neemt aan dat deze lijnen ontstaan door celdeling van cellen die een andere hoeveelheid pigment aanmaken dan de andere cellen. Het verschil tussen de hoeveelheid dat wordt aangemaakt vindt al plaats tijdens de embryonale fase. Als daarna celdeling plaatsvindt voor de groei krijg je stroken cellen met meer of met minder pigment omdat de cellen daarvoor kopieën zijn van de eerste cellen. Normaal kun je dit verschil niet zien maar door ziekte kunnen ze zichtbaar worden of door het UV-licht dat door cellen met een andere hoeveelheid pigment anders wordt gereflecteerd dan andere cellen.

Hoe dan ook

Met welke lichtbron je dan ook aan de slag gaat. Werk in RAW omdat je daarmee tijdens de nabewerking domweg meer mogelijkheden hebt. En als dat mogelijk is, fotografeer bij voorkeur met tethering zodat je de gemaakte foto’s meteen op een monitor kunt beoordelen. Het kleine schermpje van de camera geeft vaak een te gering idee van hoe de foto er uit is komen te zien.

Je weet dat je met weinig licht werkt, dus kies zorgvuldig de juiste sluitertijd die je nodig hebt (mensen bewegen nu eenmaal), en kies een diafragma zo groot mogelijk als voor de foto toelaatbaar is. Gebruik een hogere ISO-waarde zonder de foto teveel geweld aan te willen doen. Lukt het dan nog niet, zorg dan voor meer UV-licht.

Zoals eerder aangegeven, laat een model niet in het blacklight kijken, dat is nu eenmaal slecht voor het netvlies. En dan is het verder gewoon experimenteren met de mogelijkheden die deze stijl biedt!

Afb 1: Het oplichten stelt niet veel voor
Afb 2: De kwaliteit van het UV-licht varieert
Afb 3: Het geringe UV-licht levert te weinig effect op
Afb 4: Met hoge ISO-waarde, groot diafragma en lange sluitertijd zien we iets
Afb 5: Heel dichtbij de TL met alle instellingen "opgerekt"
Afb 6: Een foto gemaakt met veel sterker UV-licht