Nikon biedt met CLS (Creative Lighting System) de mogelijkheid om snel en gemakkelijk meer vat op flitslicht te krijgen. Canon kent een vergelijkbaar systeem, E-TTL genaamd.
Draadloos aansturen
Een goed uitgeruste studio biedt je de mogelijkheid het licht geheel naar eigen goeddunken in te richten, maar wanneer je in een willekeurige huiskamer of buiten moet fotograferen, is dat natuurlijk niet het geval. En dan is een beetje hulp niet gek.
In feite zijn Canon E-TTL of Nikon CLS niets meer of minder dan methoden om flitsers draadloos aan te kunnen sturen. Maar deze methoden bieden meer dan alleen een draadloze verbinding aan. Laten we maar eens kijken hoe dit bij Nikon CLS wordt gedaan. Dit is heel vergelijkbaar met de oplossing van Canon.
De flitsers worden aangestuurd via een 'Commander'. De Nikon D70 had deze al ingebouwd, evenals de D90 en bijvoorbeeld de D7000, de D300, D3, D4 of de D50. Maar zelfs voor camera's waar een commander niet is ingebouwd, zijn er mogelijkheden om met Nikon CLS te werken. Een separate commander, zoals de Nikon SU-800, wordt dan geplaatst op de camera als een flitser, maar flitst zelf geen zichtbaar licht. Via infrarood stuurt deze de andere flitsers aan. Ook is het mogelijk een Nikon flitser zelf te gebruiken als commander. Niet alle flitsers kunnen dat, maar de SB-900, SB-910 of de SB-800 van Nikon zijn daar goede voorbeelden van.
Doordat de commander op verschillende kanalen kan uitzenden, kan het verschillende groepen van flitsers tegelijkertijd aansturen. Die groepen kunnen daardoor van verschillende instellingen worden voorzien.
Voorflitsen
In praktijk werkt Nikon CLS het beste door er mee te experimenteren. Plaats de flitsers waar je wilt en laat het CLS systeem de "juiste" instellingen voor je maken. Dit doet hij door tijdens het zogenaamde voorflitsen testlicht te versturen en het terugkaatsende licht in de camera te analyseren. Op basis van de resultaten worden de instellingen bepaald, zoals de flitsduur. De snelheid van het voorflitsen en de daarbij behorende analyse zijn zo hoog dat je de voorflitsen niet ziet. Op het moment van afdrukken wordt dit gehele proces afgewikkeld, iedere keer opnieuw. Deze techniek wordt iTTL genoemd.
Wie de beschikking heeft over niet-CLS geschikte flitsers maar flitsers die wel beschikken over een lichtgevoelige cel zoals die gebruikt worden bij SU-4, kan deze flitsers niet mee laten werken tijdens de CLS opname. Deze flitsers reageren immers al op het licht geproduceerd tijdens de voorflitsen van het CLS systeem en zijn daarmee afgevuurd nog voordat de daadwerkelijke opname plaatsvindt.
Keerzijde
Nikon CLS betekent voor de fotograaf vooral veel gemak, maar er is ook een keerzijde. Wil je continuïteit in je belichting, dan is CLS geen goede oplossing. De flitsinstellingen worden immers bij iedere foto opnieuw bepaald. Daarbij meet je met TTL (de gebruikte meetmethode voor het flitslicht) het globale beeld en dan wel vanuit de camera (TTL = Through The Lens). Dat is vaak prima, maar bij de wat meer artistieke foto's wil je waarschijnlijk meer invloed op het licht kunnen uitoefenen, zodat je beter kan werken met snoots, grids of bijvoorbeeld hair lights.