Kun je met de Broncolor Siros 400 S studiolampen snelheden halen die hoog genoeg zijn voor bijvoorbeeld een meelshoot?
De Broncolor Siros 400 S
Broncolor is een van de meest toonaangevende producenten van professionele studioapparatuur. Zij heeft de zogenaamde Broncolor Siros serie al een aantal jaren geleden op de markt gebracht. De Siros 400 S, die daartoe behoort, is een studiolamp die op netstroom werkt en aangestuurd kan worden via een app op een SmartPhone of tablet. Het getal 400 staat voor het aantal joule dat de lamp kan opleveren. Dit zegt overigens niet echt veel over de hoeveelheid licht die de lamp oplevert tijdens een shot, maar over de mogelijkheid om in energie per tijdseenheid te voorzien. Voor een studio is deze 400-serie vaak meer dan voldoende en zul je nauwelijks meer dan de helft van het vermogen nodig hebben om goede foto’s mee te kunnen maken.
De S in de naam zegt dat deze studiolamp in staat is om in een zogenaamde “speed mode” te werken. De Broncolor Siros 400 en Siros 800 kunnen dat niet, en dat maakt dat de S-versie hogere snelheden kan halen, maar ook duurder is.
Broncolor ondersteunt met een aantal versies overigens ook een eigen HyperSync technologie die te vergelijken is met de PocketWizard HyperSync. Dit laten we hier buiten beschouwing omdat we slechts willen kijken of bij een “normaal” gebruik van de studiolampen de Siros 400 S al voldoende is voor het maken van een meelshoot.
Wat is een meelshoot?
Een meelshoot is een shoot waarbij meel of gekleurd poeder op het fotomodel wordt gelegd, op haar wordt gegooid of over haar wordt uitgestrooid. Dit levert vaak fraaie beelden op, maar ook een hele stoffige studio.
Om deze foto’s goed te kunnen maken, zijn relatief hoge snelheden nodig, maar ook weer niet extreem hoge snelheden. Het zijn wel snelheden die in standaard situaties met standaard instellingen niet of nauwelijks te bereiken zijn. Je moet er dus wel iets voor doen.
Niet de camera maar de flitser
Een camera kan standaard geen hoge sluitertijden gebruiken tijdens het flitsen. Deze snelheid is te laag voor het maken van dit soort foto’s. De maximale “flitssluitertijd” van de camera vormt daardoor een blokkade voor het maken van meelfoto’s. Daar moeten we wat op vinden.
Flash sync speed
Een camera beschikt over een zogenaamde max flash sync speed. Dit is de hoogste snelheid waarbij de camera nog met een flitser kan werken omdat ten tijde van het afvuren van de flitser beide gordijnen dan nog geheel open staan. Vaak ligt dit ergens rond de 1/250 van een seconde.
Wil je hogere snelheden halen, zoals nodig is voor een meelschoot, dan moet er dus iets gebeuren. Een meelshoot heeft namelijk al snel iets van 1/3000 van een seconde nodig.
Flitsduur
Het licht van een flitser is misschien fel, maar wel heel erg kort, zeker bij een laag vermogen. De zogenaamde flash duration van een gewone flitser is daardoor bij een laag vermogen (1/64) vaak niet meer dan 1/12.000 van een seconde. Veel sneller dus dan de max flash sync speed van de camera.
Tijdens het geheel open staan van de sluiter van de camera zal de flitser afvuren. Standaard is dat wanneer deze net geopend is. Dit wordt “front curtain sync” genoemd.
Wanneer de flitser klaar is, zal de sluiter nog een tijdje open staan. Meestal is dat geen probleem omdat het licht dat op dat moment nog naar binnen valt weinig storend effect heeft op de opname. Wanneer een zich snel verplaatsend voorwerp door de scene beweegt, zoals een auto of rondvliegend meel, dan kan dat wel lastig zijn. Er ontstaan dan namelijk bewegingsstrepen waardoor je een niet geheel stilstaand (bevroren) beeld krijgt.
Hoe minder licht een flitser moet afgeven (je zet hem dus ‘lager’) hoe korter die flitsduur wordt. Een flitser regelt de hoeveelheid licht namelijk in tijd, niet in sterkte. Zet je een flitser daarom in een lage stand, dan wordt de flitsduur dus nog korter. Soms maar 1/24.000 van een seconde.
Maar door alleen de duur van het flitslicht te verkleinen, voorkom je natuurlijk nog niet de bewegingsstrepen.
Combineren
Zet je de camera op de max flash sync speed en gebruik je een gewone flitser, dan heb je dus een hele snelle opname mits het omgevingslicht geen rol kan spelen op de opname. Staat de camera immers ingesteld op bijvoorbeeld 1/200 van een seconde en de flitser op een laag vermogen, dan kan het zo maar zijn dat je fotografeert met een snelheid van 1/10.000 van een seconde. Je moet dan wel in een donkere omgeving zijn. De tijd die de camera daar namelijk verder in open staat, maakt dan immers niet uit: er is verder toch geen licht. Alleen het flitslicht zal in die situatie de scene verlichten, en dat is heel kort.
Wil je dus echte stilstand krijgen, dan kan dat door in een donkere ruimte te fotograferen met de gewone flitsinstellingen van de camera. Hoe lager je het vermogen van de flitser dan zet, hoe korter het licht en dus ‘sneller’ de opnameduur wordt.
Studiolampen
Waarom werkt dit dan niet met studiolampen in een donkere studio? Dat komt omdat studiolampen doorgaans veel langzamer zijn dan flitsers. De flitsduur van studiolampen is dus veel langer. Goedkopere studiolampen hebben soms een flitsduur van rond de 1/350 van een seconde of nog langer. No way dat je daar ooit een behoorlijke meelshoot mee zou kunnen maken. Stel je maar eens voor dat een studiolamp de helft van de sluitertijd van de camera licht af geeft. Van de 1/250 van een seconde wordt dan de helft licht gegeven, wat 1/500 van een seconde zou betekenen. We zitten dan nog ver van de gewenste 1/3000 van een seconde af.
Terug naar de Siros
De Siros S is een studiolamp die ontworpen is met alle gemakken van een studiolamp (en meer), maar toch over hogere snelheden kan beschikken. In zijn normale stand zou de snelheid ergens tussen de 1/600 (vol vermogen) en 1/6000 (laag vermogen) liggen. In de speed mode zou dat kunnen oplopen tot wel 1/8500 van een seconde.
Let wel, om die hoge snelheid te halen geldt voor een dergelijke studiolamp natuurlijk hetzelfde als voor een flitser: hoe lager je hem afstelt, hoe sneller hij wordt. Voor de hoogste snelheid mag deze studiolamp niet hoger staan dan stand 2 (10 is maximaal) en moet hij in de Speed Mode worden gezet. Maar ook met een hogere lichtopbrengst zou deze studiolamp dus wel in staat moeten zijn om gebruikt te worden tijdens een meelshoot. Wij gaan experimenteren met stand 5. Ten eerste omdat 2 wel heel weinig licht afgeeft en ook omdat we de grenzen graag een beetje opzoeken.
Willen we een lage lichtopbrengst gebruiken om snelheid te winnen, en zou het te donker blijken te zijn, dan kunnen we natuurlijk meer studiolampen gelijktijdig gebruiken, de ISO omhoog zetten en heel bewust het diafragma kiezen. Wie bovenstaande goed begrepen heeft, zal begrijpen dat het wijzigen van de sluitertijd van de camera geen invloed zal hebben. Zet deze echter wel heel kort: daardoor heeft het omgevingslicht domweg minder vat op de opname.
We kunnen dus wel lager dan stand 5 fotograferen, maar dat willen we om wille van het experiment niet.
Speed Mode
In speed mode wordt de flitsduur door slimme algoritmes met ongeveer 50% verminderd. Daardoor laadt de studiolamp tevens sneller op, maar geeft de lamp ook iets minder licht af. Dan kan tot 25% daardoor afnemen. Doordat Broncolor werkt met een zogenaamde “cut-off technologie”, wordt de totale flitsduur korter. Maar er is een keerzijde. Broncolor geeft normaal gesproken een garantie af voor de consistentie van de kleurtemperatuur, tenzij je de Siros in speed mode zet. Het licht kan dan een beetje richting blauw verschuiven, waarschuwen ze voor in de handleiding. Dat is dus wel iets om op te letten en de Siros alleen in speed mode te zetten als het echt nodig is.
Wat experimenten
Op afb 1 zie je dat we twee keer een etalagepop hebben gefotografeerd. 1A laat een opname zien zonder speed mode ingeschakeld, 1B waarbij speed mode wel is ingeschakeld. De sluitertijd is 1/200, diafragma 8 en ISO 300.
Je ziet dat, of je nu in de normale stand werkt of in speed mode, de lichtopbrengst goed is. Je hoeft dus geen instellingen te wijzigen als je tussen deze modi wisselt. De mogelijke 25% afname van licht merken we hier dus niet. Maar wat wel goed te zien is, is dat 1B een kleurafwijking heeft gekregen richting blauw, en niet een beetje, zoals de handleiding aangeeft. Dit kan natuurlijk achteraf bijgesteld worden in Photoshop, maar liever geen bewerkingen als het niet nodig is en daarom moet je de speed mode alleen gebruiken als het echt nodig is.
Afb 2 is gemaakt in speed mode. De gebruikte studiolampen staan tijdens het experiment allemaal in stand 5 en we veranderen daar niets aan. Aan deze foto is goed te zien dat de meel fraai wordt stilgezet. Niets mis mee. De Siros is in zijn speed mode prima te gebruiken voor dit soort meelshoots!
Afb 3 is gemaakt zonder de speed mode in te schakelen. Geen enkele andere instelling is gewijzigd. We zien op deze foto dat met name de klontjes meel niet geheel stil staan zoals dat wel op afb 2 het geval is. Het licht is dus aantoonbaar 'langzamer'.
Conclusie
Voor een meelshoot kun je met de Broncolor Siros 400 S prima uit de voeten. Wil je echt tot het gaatje gaan, dan is de speed mode noodzakelijk bij deze instellingen. Maar afb 3 is zeker niet matig te noemen en men moet zich afvragen of men bereid is de S-versie voor deze meerprijs aan te schaffen voor dit verschil als men niet vaak dit soort shoots onderneemt of snelheden nodig heeft. Heb je hele hoge snelheden nodig, zoals bij het fotograferen van opspattende vloeistof, dan is het maar de vraag of dit kan met deze flitser. Over dat experiment kun je lezen in het artikel over de watershoot.