Kleurenkaart gebruiken

Veel fotografen kennen de grijskaart als een uiterst handig hulpmiddel voor bijvoorbeeld het vinden van de juiste waarde voor de witbalans. Maar er zijn ook kleurenkaarten in omloop. Waarvoor zou je die kunnen gebruiken en vervangt deze dan de grijskaart?

De grijskaart

Laten we beginnen een misverstand uit de wereld te helpen. Op veel plaatsen op het internet kun je lezen dat een kleurenkaart een soort geavanceerde grijskaart is. Je zou hem in plaats van een grijskaart kunnen gebruiken. Dit is echter niet waar.

Een grijskaart wordt gebruikt om de witbalans te bepalen en om de juiste lichtsterkte in te kunnen stellen. Daar waar het licht nagenoeg gelijk blijft, zoals in een studio of bij het gebruik van een lichttent, is een grijskaart daarom een fantastisch hulpmiddel.

Het principe achter het gebruik van een grijskaart is eenvoudig. Een camera bepaalt in de automatische standen de lichtsterkte en witbalans op basis van het licht dat hij ontvangt. Uitgaande van onderzoek naar heel veel situaties (foto’s) hebben fabrikanten hun camera’s afgesteld op een verwachte terugkaatsing van 18% van het licht. Vaak gaat dit goed, maar in een aantal situaties ook hopeloos fout. Domweg omdat de scene dan geen 18% licht weerkaatst, maar veel minder of veel meer. Denk bijvoorbeeld aan high key of low key foto’s. Door een grijs gekleurd object met deze 18% waarde mee te fotograferen, hebben we een referentie gekregen die we kunnen gebruiken om in die gevallen de juiste instellingen wel goed te kunnen bepalen.

Witbalans bepalen

Hebben we foto’s in RAW opgeslagen, dan is de witbalanswaarde van de camera achteraf nog aan te passen met behulp van bijvoorbeeld Lightroom of Photoshop. Tijdens het fotograferen hoef je daardoor geen stappen te ondernemen om de juiste witbalans in te stellen. Omdat we in de foto een object met 18% grijs hebben opgenomen, kunnen we Photoshop (Camera RAW) achteraf op dit object attenderen en deze zal op basis van dit gegeven automatisch de witbalans aanpassen naar de juiste waarde.

Alle foto’s die je hebt gemaakt in dezelfde situatie, dus met dezelfde lichtbronnen en hetzelfde objectief, kun je met behulp van Lightroom of Photoshop met de nieuwe witbalanswaarde in een keer aanpassen. De gevonden witbalans is immers van toepassing op al deze foto’s. Je hebt daardoor dus maar een referentiefoto nodig. Super handig!

Lichtsterkte bepalen

Een grijskaart weerkaatst 18% van het licht en is kleurneutraal. Omdat de lichtmeter in de camera geijkt is op dit 18% grijs, is deze grijskaart dus precies dat wat je nodig hebt om echt goed de lichtsterkte te kunnen bepalen. Houd voor een lichtmeting de grijskaart vlak voor het te fotograferen object en meet het licht dat op de grijskaart valt met behulp van spotmeting. De gevonden waarden geven goed weer welke instellingen je moet gebruiken voor de foto. Hierdoor heb je ook de juiste belichting wanneer je iemand fotografeert in een moeilijkere (niet standaard) scene, zoals tegen een donkere of juist witte achtergrond.

Werk je met flitsers in een studio, dan is het bepalen van de lichtsterkte met een grijskaart overigens een heel stuk lastiger. Het is dan handiger om een lichtmeter te gebruiken, maar dit even terzijde.

De kleurenkaart

De camera registreert kleuren met behulp van de sensor. Niet alle sensoren zijn hetzelfde en daarom is de output van verschillende sensoren anders. Let wel, dit is niet alleen merkafhankelijk, maar zelfs camera afhankelijk. Dus twee camera’s van hetzelfde merk en type leveren een iets ander resultaat op.

De output van digitale camera’s wordt in getallen beschreven. Per pixel wordt de kleur onder andere beschreven door de rode, groene en blauw gemeten waarden te vermelden. Maar als de ene sensor de andere niet is, dan mag je verwachten dat de ene camera dezelfde kleur andere waarden toekent dan de andere. En dat gebeurt dan ook in het echt!

International Colour Consortium (ICC)

Als camera’s kleuren op hun eigen wijze beschrijven, kunnen bestanden niet uitgewisseld worden met andere apparatuur. Want hoe kan een printer of een monitor nu de juiste kleur weergeven wanneer camera’s die op een verschillende manier beschrijven?

Om die uitwisseling mogelijk te maken is door het International Colour Consortium (het ICC) een standaard vastgelegd om kleuren mee te benoemen. Het ICC werd begin jaren negentig opgericht door bedrijven die toen in de beeldverwerking werkzaam waren. Denk daarbij aan bedrijven zoals Adobe, Microsoft, Apple en Agfa. Het doel dat zij voor ogen hadden was het opstellen van een open systeem waarmee kleuren konden worden uitgewisseld tussen systemen, onafhankelijk van de fabrikant of het besturingssysteem of de gebruikte software.

ICC ontwikkelde daarom de zogenaamde ICC-standaard. Met behulp van specifieke apparaatprofielen kunnen de kleurgegevens van een apparaat worden vertaald naar deze standaard en daarmee over gezet worden naar een ander apparaat.

Door dit te doen begrijpt de monitor dat wat de camera hem vertelt als ze beiden via de ICC-standaard werken. Maar dan moet de camera natuurlijk wel de juiste “ICC waarde” doorgeven en niet dat wat hij zelf heeft gemeten.

Om kleuren te kunnen beschrijven worden verschillende kleurprofielen (ook kleurruimtes genoemd) gebruikt. Een kleurprofiel is een methode om kleuren te beschrijven. RGB is een kleurprofiel. Deze beschrijft kleuren als combinaties van rood, groen en blauw in waarden van 0 tot 255.

Het voert voor dit artikel te ver om uitgebreid in te gaan op verschillende kleurprofielen met hun eigen voor- en nadelen, lees daarvoor liever dit artikel. Voor de leesbaarheid gaan we er in dit artikel van uit dat er geen verschillende kleurprofielen bestaan en dat door alle systemen alleen met RGB wordt gewerkt. In werkelijkheid is dat echter niet het geval, en wordt bijvoorbeeld vaker met sRGB of AdobeRGB binnen de fotografie gewerkt, maar dat verandert niet veel aan het principe van deze techniek.

Een cameraprofiel

De output van een camera moet aangepast worden zodat dit voldoet aan de ICC standaard. De registratie van de camera blijft bij dit proces hetzelfde. Het is dus de uitkomst van deze registratie die we moeten aanpassen zodat het de juiste ICC waarde krijgt. We hebben daarom een lijst nodig waarin vermeld staat hoe de code voor de gemeten kleuren aangepast dienen worden zodat ze aan de ICC-standaard gaan voldoen. Je kunt je die lijst voorstellen als een instructielijst die aangeeft hoe de verhouding RGB (Rood, Groen en Blauw) per geregistreerde kleur aangepast moet worden voor dat apparaat om aan de ICC-standaard te kunnen voldoen.

Deze instructielijst wordt opgeslagen in een bestand dat een apparaatprofiel wordt genoemd. Een apparaatprofiel voor een camera wordt een cameraprofiel genoemd, die voor een monitor een monitorprofiel. Een apparaatprofiel is specifiek bedoeld voor een bepaald apparaat. Voor camera’s geldt dat een cameraprofiel niet alleen rekening houdt met de sensor, maar bijvoorbeeld ook met het gebruikte objectief in een bepaalde omgeving. Je hebt dus een ander cameraprofiel nodig als je de omstandigheden wijzigt.

Hebben we een foto opgeslagen waarin de gemeten waarden met behulp van een cameraprofiel zijn omgezet naar de ICC-standaard, dan kunnen andere apparaten, bijvoorbeeld een beeldscherm van een computer of een printer, de kleuren goed weergeven wanneer zij die waarden kunnen inlezen en kunnen vertalen naar hun eigenschappen. Hun apparaatprofiel vertaalt de verkregen ICC waarden dus terug naar hun eigenschappen. Eigenlijk heel logisch dus!

Kleurenbeheer

Als je op de monitor van een computer het gewenste beeld wilt zien, dan dient het bestand waarin de foto is opgeslagen door een cameraprofiel te zijn aangepast naar de ICC standaard. Dat begrijpen we nu wel. Maar dat alleen is niet genoeg. De monitor zelf is immers ook niet perfect. Dus wanneer je de monitor voorziet van een bestand dat voldoet aan de ICC normen, dan wil dat nog niet zeggen dat de monitor deze kleuren ook correct zal laten zien. De monitor moet zelf immers ook aan die normen voldoen!

Om de monitor de ICC gegevens correct te kunnen laten zien, is kalibratie (liever ijking) van de monitor nodig. Voor een printer geldt vanzelfsprekend hetzelfde. Ook printers moeten geijkt worden om kleuren op de juiste manier te kunnen laten zien.

In feite is dit niets anders als dat we voor een camera doen. We gaan uit van de eigenschappen van het apparaat (de monitor of de printer) en passen deze aan als ze afwijken van wat ze zouden moeten zijn. In praktijk betekent dit dat je bijvoorbeeld een bepaalde kleur groen door de monitor laat afgeven en dat je die meet met behulp van een sensor. Als de sensor niet hetzelfde meet als waartoe je opdracht hebt gekregen, dient de monitor daar op aangepast te worden door een monitorprofiel daarvoor aan te maken.

Zoals je voor een camera dus een cameraprofiel kunt aanmaken, zo kun je voor een monitor een monitorprofiel aanmaken en voor een printer een printerprofiel.

Cameraprofielen onderbelicht

Veel fotografen weten dat ze hun monitor moeten kalibreren en dat printers goed afgesteld moeten worden voor het beste resultaat. Maar vreemd genoeg blijft het kalibreren van camera’s bij veel fotografen meestal achterwege.

Waarschijnlijk komt dit omdat in veel beeldbewerkingsproducten zoals Capture One en Camera Raw veel camera’s bekend zijn. Er zijn dus al standaard cameraprofielen in deze software pakketten opgenomen voor een groot aantal camera’s. Deze cameraprofielen doen het overigens behoorlijk goed.

Omdat er regelmatig nieuwe camera’s uitkomen zijn er regelmatig updates voor bijvoorbeeld Camera Raw. In die updates bevinden zich de cameraprofielen van de nieuwe camera’s zodat Camera Raw de output van deze camera’s goed kan interpreteren.

Deze cameraprofielen zijn natuurlijk niet specifiek voor iedere afzonderlijke camera, maar wel voor bepaalde merken en typen. Daardoor zijn ze misschien niet perfect, maar ze doen ze het toch wel behoorlijk goed. Zo veel verschil zit er blijkbaar dus ook weer niet tussen de afzonderlijke sensoren van hetzelfde type camera. Maar met de wetenschap dat camera’s van hetzelfde merk en type toch onderling verschillen, en dat het gebruikte objectief ook invloed heeft op de registratie van de kleuren (vandaar dat je die ook kunt selecteren in Camera Raw), moet je wel tot de conclusie komen dat deze standaard cameraprofielen soms niet voldoende zullen zijn voor een heel exacte weergave van de kleuren. Je hebt hiervoor dan toch echt een cameraprofiel voor die specifieke camera nodig. En om die te maken, heb je een kleurenkaart nodig.

De GretagMacbeth kaart

Vakfotografen fotograferen al enkele tientallen jaren een zogenaamde GretagMacbeth kaart mee als referentie voor de juiste kleuren. GretagMacbeth (nu X-Rite genaamd) is een organisatie die deze  kleurkaart ontwierp. Veel van de huidige kleurenkaarten zijn gebaseerd op deze GretagMacbeth kaart en doen dan ook nagenoeg hetzelfde.

Op een dergelijke kleurenkaart staat een aantal kleuren afgebeeld. Het fotograferen van een dergelijke kaart kan in Photoshop niet eenvoudig omgezet worden tot een cameraprofiel. Je kunt bijvoorbeeld niet even met een pipetje de verschillende kleuren aantippen om het daarmee te regelen.

Gegevens verwerken

Er is speciale software nodig die het bestand waarin de kleurenkaart is opgenomen kan interpreteren en kan omzetten naar een cameraprofiel. Vandaar ook dat je een foto waarin de kleurenkaart is opgenomen vaak moet croppen totdat je alleen de kleurenkaart zelf overhoudt. Doe je dit niet, dan zou de software niet goed weten waar het op moet letten.

X-Rite en Datacolor zijn leveranciers en marktleiders van dit soort kleurenkaarten met bijbehorende software. Zij stellen je in staat om relatief eenvoudig een cameraprofiel aan te maken wanneer je hun kleurenkaart hebt gefotografeerd in een referentiefoto.

Overigens bevatten sommige van deze kaarten meer mogelijkheden, zoals de mogelijkheid om de kleuren iets warmer of wat kouder in het cameraprofiel te verwerken. Dit zijn prettige zaken omdat je dit anders handmatig moet aanpassen.

Dus toch echt wel iets anders

Grijskaarten en kleurenkaarten worden dus echt voor iets anders gebruikt en vervangen elkaar niet. Met grijskaarten bepaal je de juiste witbalans en eventueel de lichtsterkte, met behulp van kleurenkaarten maak je cameraprofielen aan. Veel fotograferen kalibreren hun camera niet, misschien omdat ze niet weten dat dit kan. Ze lijken in ieder geval tevreden te zijn met de kleuren die hun camera oplevert ook zonder dat zij daarvoor dus een eigen cameraprofiel hebben aangemaakt.

Vergelijk je foto’s van veel camera’s waarbij wel of geen eigen cameraprofiel is gebruikt, dan valt op dat er soms wel verschillen te bespeuren zijn, maar dat die meestal marginaal te noemen zijn. Voor wie niet heel precies kijkt, kan dat verschil verwaarloosbaar geacht worden. Prima natuurlijk, maar met het gebruik van een kleurenkaart kun je de werkelijke kleuren toch echt wel beter benaderen, al is het marginaal. Of dit de prijs en de moeite waard is, dat moet iedere fotograaf natuurlijk voor zichzelf bepalen.